Twee meisjes bij de waterspeeltuin en een jongen die ze nat spoot. Zij gaven op verschillende manieren aan het niet fijn te vinden en sommeerden hem er mee op te houden. Hij bleef stoïcijns met water spuiten op de plek waar de meisjes stonden. De meisjes gingen weg en Doris ging daar spelen. De jongen bleef spuiten, Doris werd nat en vond het niet fijn. Ze zei dat hij moest stoppen, dat ze het leuk vond, dat ze het stom vond.
Ik zat erbij en keek ernaar. Ik voelde het bloed letterlijk onder mijn nagels vandaan kruipen…ik beet mijn tong bijna af. Ik ga me er niet mee bemoeien, dit kan Doris prima zelf af.
Ik wilde dat Doris zelf kon ervaren wat er gebeurde en hoe het voelt als iemand zoiets doet. Ik wilde het niet voor haar oplossen of boven haar gaan staan om haar te ‘redden’. Ze mag er zelf mee dealen. En wat vond ik het niet handelen moeilijk, want wat gedroeg dat joch zich vervelend. Vooral doordat hij totaal niet aanspreekbaar was (ik dacht op een gegeven moment even dat hij misschien doof was).
Doris ging naar een plek waar hij haar niet kon raken en de meisjes kwamen terug met hun moeder. Doris kwam naar mij toe om te zeggen dat ze het een stomme jongen vond. Ik reageerde door te zeggen dat hij zich inderdaad stom gedroeg en dat hij zich waarschijnlijk niet zo fijn voelde.
De moeder van de meisjes gaf de jongen een veeg uit de pan met woorden. Hij bleef stoïcijns, waardoor zij nog heftiger reageerden. Ik begreep haar frustratie maar deed niets om de situatie ‘op te lossen’. De moeder had het over een slechte opvoeding, waarop Doris reageerde met dat de jongen zich waarschijnlijk niet zo goed voelde. De moeder antwoorden bevestigend en ik voelde haar verzachten.
Ze zei, voordat ze vertrok, twee keer tegen mij dat het voor haar geen optie was om niets te doen, dat het toch abnormaal gedrag is en dat iemand hem dat heel duidelijk moest maken. Ik voelde dat ze daarmee ook mij bedoelde.
En ik moest inwendig lachen, omdat ik me er niet mee had bemoeit, niet had willen oplossen, maar wel Doris had bevestigd in haar gevoel naar die jongen toe. Het voelde goed om haar de ruimte te geven om de situatie zelf aan te gaan en haar het voorbeeld te geven dat je niet altijd de confrontatie aan hoeft te gaan of iets hoeft op te lossen. Maar bovenal heb ik haar laten voelen dat ze als mens gelijkwaardig is aan mij, en dat ik niet voor haar hoef te doen als ze daar niet zelf om vraagt.