In de 2e podcastaflevering praten Robbert en ik over onze ervaringen in het kapitalistisch systeem. Één van de voorbeelden die ik daar geef gaat over mijn werk als zelfstandig jongerenonderzoeker.
Ik realiseerde mij tijdens het opnemen van de podcast pas hoe sterk ik het systeem in stand hield door te blijven doen wat ik deed.
Ik was jongerenonderzoeker omdat ik geloof in een wereld van gelijkwaardigheid. Een wereld waarin jongeren en kinderen net zo waardevol zijn als volwassenen. Waarin zij gehoord en gezien worden in hun behoeftes.
Als jongerenonderzoeker probeerde ik de stem van de jongeren te vertegenwoordigen in organisaties. Ik sprak met jongeren voor scholen, gemeenten en bijv. woningbouwcorporaties. Mijn intentie was om jongeren te verbinden met de organisaties. Om jongeren een stem te geven waar de organisaties wat mee konden doen.
Aan het einde van mijn tijd als zelfstandig ondernemer knaagde dat, ik wist niet precies waarom. Toen ik er in de podcast met Robbert over sprak, begreep ik het ineens wel.
Ik verbond mij met jongeren, en daardoor hoefden andere mensen (binnen die organisaties die mij inhuurden) dat niet meer te doen. Ik luisterden en leerden van jongeren, zonder dat een opdrachtgever ooit een jongeren sprak. Ik hield daarmee het systeem van ongelijkwaardigheid in stand en behield de piramide die in het kapitalisme overal aanwezig is. Ik kreeg betaald om met jongeren te praten. Ik werd niet betaald om verbinding te faciliteren zoals ik eigenlijk graag wilde. Ik werd niet betaald om een gelijkwaardige organisatie neer te zetten. Ik werd betaald om de piramide in stand te houden. Om het comfort van ongelijkwaardigheid vooral niet te schenden.
De piramide kan alleen in elkaar storten als we anders gaan kiezen en handelen. Als we het persoonlijke comfort gaan verruilen voor werkelijke waarden, die voor iedereen gelden. Als we in elke handeling die we doen durven te gaan staan voor de echte intentie, in plaats van voor die ons wordt voorgespiegeld.