Uit De Kracht van het Nu van Eckhart Tolle.
“Maar alle mensen die hun werkelijke rijkdom, namelijk de stralende vreugde van het Zijn en de diepe, onwankelbare vrede die daarmee samengaat, nog niet gevonden hebben, zijn bedelaars, ook al beschikken ze over grote aardse rijkdom.
Ze zoeken buiten zichzelf naar een beetje plezier of bevrediging, naar bevestiging, veiligheid of liefde, terwijl ze in zichzelf een schat meedragen die niet alleen al deze dingen omvat maar ook oneindig veel groter is dan alles wat de wereld te bieden heeft.
Het woord ‘verlichting’ roept het beeld op van een bovenmenselijke prestatie, en het ego houdt het graag zo, maar het is gewoon je natuurlijke staat van gevoelde eenheid met Zijn. Het is een staat van verbondenheid met iets wat onmetelijk en onvernietigbaar is, iets wat bijna paradoxaal tegelijk in wezen jij is en toch veel groter is dan jij. Het is het vinden van je werkelijke natuur achter je naam en vorm.
Het onvermogen om die verbondenheid te voelen wekt de illusie dat je afgesneden bent van jezelf en van de wereld om je heen. Dan zie je jezelf, bewust of onbewust, als een geïsoleerd fragment. Er komt angst in je op, en conflict binnen jezelf en met de buitenwereld wordt de norm.”