Aan het einde van dit enorm bewogen jaar kijk ik terug en voel ik dat ik deze blog, die ik in de lente van dit jaar schreef, heel graag wil delen. Om af te sluiten wat geweest is, om de nare gevoelens los te laten en een plek te geven. Om te laten weten dat als je je licht laat schijnen, je vanzelfsprekend de donkere plekken van anderen belicht. Dat geeft beweging…is soms moeilijk, maar maakt ook sterk. Ik heb leren zien wie ik kan vertrouwen en wie voor angst kiest. Alleen maar door zelf uit te dragen waar ik in geloof. 

Lente 2014

Verliefd
Ik was ongelofelijk verliefd en leefde daardoor met mijn hart en hoofd in een andere wereld. Wat ik voor Robbert voelde op het moment dat ik hem ontmoette, heb ik nog nooit gevoeld. Een gevoel van thuiskomen, van helemaal mogen zijn zoals ik ben, geen voorwaarden, mitsen of maren, enkel het gevoel: ik ben goed zoals ik ben. Ik hoefde niet net wat slanker, mijn haar hoefde niet net wat korter of langer, mijn werk hoefde niet interessanter, mijn gedrag hoefde niet normaler, ingetogener, uitbundiger. Ik was en ben nog steeds uitstekend.

Dit gevoel van genoeg zijn maakte veel in mij los. Het maakte dat ik het liefst samen met Robbert wilde zijn, en ook dat ik in mogelijkheden ging denken. Over werk, over het leven, over de problemen in de wereld. Als ik hier op een andere manier naar ging kijken, kreeg ik het gevoel dat ik daar iets mee kon. Dat ik verantwoordelijkheid kon dragen om mijn eigen omgeving positief te veranderen…om hem mooier te maken. Nu weet ik dat dat ook wel ‘bewust zijn’ wordt genoemd.

Ik kwam er al snel achter dat de mensen in mijn omgeving minder in mogelijkheden dachten dan ik, ofwel minder bewust waren van hun eigen leven en keuzes. Ze brandden Robbert af, ze zeiden dat als hij echt zonder geld wilde leven, dat maar ergens anders moest doen, of dat hij helemaal niet zonder geld leefde, want hij leeft van iemand anders zijn geld. Of dat als hun dochter met ‘zo iemand’ thuis zou komen, zij ook niet zouden staan te springen.

Genegeerd
Wat deed dat zeer, ik voel de pijn nu weer door mijn borst schieten, tranen lopen over mijn wangen. Wat doet dat ongelofelijk veel pijn als diegene waar je voor gekozen hebt, waar je van weet dat het je zielsmaatje is, zo wordt afgebrand, met de nek wordt aangekeken, verketterd en het allerergste genegeerd. En dat soms allemaal tegelijkertijd. Het doet pijn: niet alleen omdat hij niet gezien werd voor wie hij is. Maar ook omdat je weet dat je dus samen een lange weg te gaan hebt naar respect. Er is nooit twijfel geweest om dan maar niet voor hem te kiezen, wat de consequenties ook waren.

In het begin van onze relatie had ik de behoefte om Robbert te verdedigen. Ik wilde dat mensen begrepen dat hij niet zozeer zonder geld wilde leven, als wel dat hij zijn hart aan het volgen was en vanuit vertrouwen en overvloed leefde. Al snel kwam ik erachter dat de mensen die hem niet accepteerde en alleen naar zijn handelen keken, met mijn woorden niets konden. Een heel ander perspectief maakte dat ik niet uitgelegd kreeg welke diepere laag er bij Robbert aan ten grondslag lag. Wat hij aan het doen was ging niet over bewijzen, het ging over ontdekken. Maar ja, als je zelf niet openstaat voor ontdekken en verwonderen, kun je dat een ander blijkbaar moeilijk gunnen. Als je zelf alleen maar angst en (schijn)zekerheid kent, dan is het aannemen van een ander perspectief onmogelijk.

Veroordeeld
Ik werd ook veroordeeld, zo voelde dat voor mij. Het waren ook vooral de mensen rondom mij die Robbert niet konden en kunnen zien voor wie hij is. Er werden geen vragen gesteld, bijna niemand leek nieuwsgierig naar mijn grote liefde. Terwijl mijn leven ongelofelijk verrijkt werd vanaf het moment dat ik met Robbert was. Hij zette me aan het voelen, ervaren, filosoferen, dit alles in een hogere versnelling dan ik ooit alleen had gekund. Toch mocht het er niet zijn…onze visie en ons perspectief werden niet geaccep­teerd, dit is echter wie wij zijn. Langzaamaan maakte het gevoel dat wij er niet mochten zijn zich van mij meester.

En als ik zo krachtig was om door de barricades en muren heen toch zelf vragen te stellen of enthousiast te vertellen, kreeg ik een oordeel terug, niet een gevoel. Dat het niet kan wat hij wil, dat hij onrealistisch is, dat het belachelijk is. Nooit zei iemand: het geeft mij een onzeker gevoel, wat nou als jullie perspectief ook waar is, wat zegt dat dan over mijn wereldbeeld?

Ik heb vele malen het gevoel gehad dat mensen dachten: ‘Petra is gek geworden of ze heeft in ieder geval een relatie met een profiteur, met een klaploper, met iemand die waanbeelden heeft, een luchtfietser’. Opvallend was dat de mensen die dat denken, het ook denken te kunnen verbergen. Dat ik toch niet weet wat ze denken, hoe ze ons zien. Het tegenovergestelde is waar, ik voelde aan elke vezel in mijn lijf hoe mensen ten opzichte van ons stonden, daar zijn echt geen woorden voor nodig. Wat stralen mensen veel uit, lichaamstaal is glashelder als het gaat om accepteren, respecteren en verbinden van en met elkaar.

Alles heb ik gevoeld, alles heb ik ook tot me genomen. Zoveel pijn, steken in mijn hart en in mijn rug, een verlamd lichaam, rusteloosheid, alle energie voelen wegstromen. Wat doet het zeer om in mijn lichaam te voelen dat ik niet mag zijn wie ik ben, niet mag denken wat ik denk en niet mag voelen wat ik ten diepste voel. Want langzaamaan ging het niet meer om Robbert, maar ging het vooral om mij.

Mag ik zijn wie ik ben?
De pijn wordt eigenlijk niet veroorzaakt door het niet mogen zijn wie je bent, als je dat kunt accepteren (zoals de meeste mensen kunnen en doen in onze samenleving) is er weinig aan de hand. Als ik me gewoon had kunnen aanpassen, inpassen in de patronen zoals ik eerder deed, was ik geen ‘probleem’ geweest. De pijn wordt veroorzaakt door het blijven staan, kaarsrecht, rechtop, met mijn hoofd boven het maaiveld, als een hoge boom vol in de wind, de wind waar ik in geloof. Doordat ik steeds weer die arena in stapte om wel te laten zien wie ik ben, steeds weer dat licht liet schijnen op de angsten van de ander was ik een makkelijke prooi voor frustratie en ego. En dat elke keer bleek dat het publiek in de arena wegkeek, of zich plaatsvervangend schaamde voor mijn zijn of mij met rotte tomaten bekogelde. Als ik uit die arena was gebleven, was er helemaal niets aan de hand geweest…had ik geen pijn gekend, had ik geen rotte tomaat hoeven te ontwijken. En had ik nooit geleerd hoe ongelooflijk veel kracht ik bezit, hoe onwaarschijnlijk sterk het is om steeds weer die arena in te stappen, terwijl ik weet dat er nog steeds hetzelfde publiek zit. Ik mag zijn wie ik ben!

Bekentenis
Dit is dus ook geen schuldrelaas aan het deel van mijn publiek dat Robbert en mij niet kan accepteren, die mij niet kan zien. Want zij kunnen het niet, zij kennen vooral angst, geen liefde, daar kan in mijn visie nooit schuld in zitten. Wat is dit verhaal dan wel? Een bekentenis denk ik, wederom midden in die arena. Een bekentenis over pijn, over mij afgewezen voelen als mens. Omdat ik voor de verkeerde man koos, die niet juister had kunnen zijn. Omdat ik de verkeerde dingen schreef, die niet meer inspirerend hadden kunnen zijn. Omdat ik de verkeerde keuzes maakte, die niet mooier hadden kunnen uitpakken. Omdat ik steeds weer voor kwetsbaar koos, waarin ik niet krachtiger had kunnen zijn.

Verantwoordelijkheid
Dit verhaal gaat ook over verantwoordelijkheid nemen, en dat is iets anders dan schuld aannemen. Ik bedoel verantwoordelijkheid nemen voor je handelen, voor je daden, voor je woorden. Wat is het helend als mensen kunnen terugkomen op datgene wat zij een tijd geleden oprecht meende, maar nu niet meer. Wat brengt het veel lucht als iemand die een rotte tomaat heeft gegooid, daar verantwoordelijkheid voor neemt. Geen excuses, geen schuld, geen schaamte, enkel verantwoordelijkheid. Geen uitleg, geen verdediging, geen klein maken van, enkel aanhoren en aannemen van mijn gevoel ten opzichte van zijn of haar daad. Ik mag zijn wie ik ben!