Mijn werkelijke verhaal begint toen ik 13 jaar was. Tijdens een heerlijke jeugd werd mijn moeder ziek en overleed een jaar na de diagnose darmkanker. Dat was heftig en tegelijkertijd niet ontwrichtend. Mijn vader is een sterke man, een doener met een groot hart die mij en mijn twee zussen alles gaf wat hij kon, zonder ons te verwennen. In de aanloop naar het sterven van mijn moeder was er veel openheid, er was ruimte voor onze emoties en dat voelde als een goede voorbereiding op wat ging komen, een leven met z’n vieren in plaats van met z’n vijven.
Toen mijn moeder er niet meer was voelde ik de kracht om met z’n vieren ‘ervoor te gaan’, om ons leven op te pakken en vorm te geven. Er was een liefdevolle, creërende kracht waar wij in zaten.
En half jaar nadat mijn moeder was overleden kreeg mijn vader kanker…De creërende kracht werd aan de wilgen gehangen en we ging met z’n allen wederom in de overlevingsmodus. ‘Hij kon niet doodgaan’ was de gedachte die mij op de been hield en die door de omgeving werd gevoed, doodgaan was geen optie. Na maanden van behandelen, ging mijn vader NIET dood, hij bleef leven, hij werd weer gezond!
Ik realiseerde mij een paar jaar later dat deze twee jaar in mijn leven mijn kijk op mijn leven drastisch veranderd hadden. Mijn vertrouwen in het leven was compleet weg, het voelde als een trauma. Als een enorme klap in mijn gezicht, alsof het leven me uitlachte en in mijn gezicht had geschreeuwd: “Denk je nou echt dat jij mag creëren wanneer jij dat wil? Ik bepaal dat, en het is voor jou niet weggelegd om te dromen over de toekomst of te vertrouwen op wat er gaat komen”.
Ik leefde op een bepaalde manier heel erg in het nu, alleen niet vanuit vertrouwen, maar vanuit angst. Ik moet nu leven, want morgen kan het afgelopen zijn. Geen dromen, geen echte grootse visie, want waarschijnlijk tart ik daarmee juist het lot. Vele angsten maakte zich van mij meester, met als onderliggende angst altijd de angst voor de dood.
Na een depressie en een burn-out toen ik begin twintig was ging er een deur open, de deur naar zelfontwikkeling. Ik leerde dat ik zeer gevoelig en hoog bewust was, ik stond als het ware heel wakker in de wereld. Ik ging pijn niet uit de weg, maar er juist doorheen. Familie en gezinspatronen werden duidelijk zichtbaar…veelal patronen waar ik niets meer mee kon. Ik had sterk de behoefte om mijn eigen leven vorm te geven, zoals dat voor mij goed voelde! Daarvoor moest ik door de pijn en de trauma’s heen, ik moest de angst in de ogen kijken (die wil ook alleen maar gezien worden) en nadat ik dat allemaal had gezien, zag ik vertrouwen. Zag ik dat ik het in me heb om ongelofelijk te vertrouwen op het leven. Voelde ik dat ik zoveel te geven heb, dat ik een vat vol liefde ben. Ik kon accepteren dat ik helemaal volmaakt ben, net als ieder ander mens. Er hoeft niets in gestopt, alles mag er juist vol overtuiging en vertrouwen uitstromen.
Nadat ik mijzelf had opgeruimd (als een doucheputje, daar moet je ook de zooi zien en aanpakken voordat het schoon is ;)) merkte ik dat het leven veel moois voor mij in petto heeft. Ik vertrouw daar iedere dag op, leef daardoor constant in het nu, omdat het zonde is om niet van elk moment dat je gegeven wordt te genieten! De angst voor de dood is aangekeken en opgeruimd, de bevrijding die ik daardoor voel is enorm. Ik lach nu terug naar het leven en roep blij: ” Er kan mij niks gebeuren, want mijn ziel is liefde, en dat is voor eeuwig!”