Van de week spraken wij over geefeconomie en leven in vertrouwen. Leven in zo’n groot vertrouwen dat je niets doet om dingen te krijgen maar enkel nog vrij geeft en ontvangt.
Om bij dat vertrouwen en die volledige onvoorwaardelijkheid te komen moet je door doodsangsten heen. Je moet het idee loslaten dat je controle hebt op het leven, dat je controle hebt op andere mensen, dat je controle hebt op wat je krijgt. Om werkelijk te vertrouwen op het leven moet je alle controle loslaten.
Als je alle controle loslaat blijft er niets over om vast te houden. Je laat je vallen en bent helemaal vrij! En dat is doodeng, je bent bang om niet opgevangen te worden, om niet omarmt te worden, om aan je lot te worden overgelaten en uit eindelijk om alleen te sterven. Want je hebt aangeleerd dat niemand om je geeft als je niets doet. Je hebt gezien dat als je er alleen maar ‘bent’, dat je dan niet gezien wordt. Je hebt gevoeld dat je moet pakken om te krijgen, moet forceren om er bij te horen.
Als je wel loslaat, echt alles loslaat, dan val je door die controle heen. Je valt en valt en valt door alle lagen en facetten van vasthouden, nodig hebben, gehechtheid, moeten, bang zijn, overgeslagen worden, er niet meer bij horen, heen. En je komt uit in een oneindig veld van vrijheid, vertrouwen, liefde, overvloed.
Je ligt heerlijk in de armen van God, de Liefde, het Universum. Je voelt dat je altijd gedragen zal zijn, er kan je niets gebeuren, je bent één met alles wat er is. Je hoeft nergens meer aan te ‘voldoen’, je bent er gewoon en bent een vrij mens.