Spelen, gek doen, ontdekken, vrij bewegen, grapjes maken, stoeien. Voor ons en onze kinderen hele normale dagelijkse bezigheden.
Het dolle met de kids, niet alleen met onze eigen, is een belangrijk onderdeel van hoe wij door de dag bewegen. Soms is er veel ruimte voor, soms minder, maar elke dag worden er grapjes gemaakt, geknuffeld, iets ontdekt en gelachen.
Het geeft een gevoel van overvloed om samen te kunnen lachen. Het geeft een gevoel van vertrouwen als je om de ander mag lachen. Het geeft een zelfverzekerd gevoel als je je vrij genoeg voelt om een ander aan te raken en vrij te spelen met elkaar.
Maar het gaat verder dan dat. Vooral het grapjes maken en elkaar voor de gek houden maakt de kinderen wijs en scherp. Ze leren al jong dat humor bestaat en dat niet alles serieus is. Hierdoor merken wij dat onze kinderen juist niet ‘voor de gek’ te houden zijn als dat niet de bedoeling is. Ze weten wanneer iets een grap is en wanneer niet. Ze begrijpen dat iemand soms om hen lacht en ze niet uitlacht. Ze weten dat je vreemde dingen mag zeggen en je fantasie mag gebruiken. Dat hoort allemaal bij een vrij en overvloedig leven.
Ik geniet er dan ook enorm van als Doris met opa ‘hun grap’ wel honderd keer herhaald, of als Doris een mop verteld over “alles wat op de grond ligt is vies” en daarbij zelf het hardste lacht. Of als Robbert en Iza samen stoeien op het strand of gek doen met Lobi. Het is heerlijk om te lachen en onszelf zo vrij te voelen bij elkaar en in de wereld. Dat gun ik iedereen!