Onvoorwaardelijk ouderschap in de praktijk brengen begint met vertrouwen. Vertrouwen in jezelf én vertrouwen in je kind. Vertrouwen dat je kind het beste met zichzelf en met jou voorheeft, net zoals jij dat met haar hebt. Vertrouwen ook op de natuur van de mens, dat ieder mens in de kern veilig is, wil geven en ontvangen, volledig is en liefde is. Manipulatie, controledrang, faalangst, egoïsme zijn uitingen van aangeleerde patronen, niet van de natuur van de mens.
Die patronen zul je eerst zelf moeten loslaten voordat je, je kind het goede voorbeeld kunt geven. Je zult aan de slag moeten met je eigen pijn, je eigen patronen en je eigen angsten om jezelf te kunnen gaan zien als betrouwbaar, mooi en waardevol. Als het lukt om in dat proces kwetsbaar en open te zijn, dan kun je, je kind al heel veel geven. Onvoorwaardelijk betekent namelijk ook dat jij niet de voorwaarden bepaalt, maar dat iedereen in verbinding mag meepraten en meedoen.
Onvoorwaardelijk ouderschap is niet iets wat je doet, het gaat juist niet over gedrag. Niet over het gedrag van kinderen en niet over jouw gedrag. Het gaat over de behoeftes van ieder mens, volwassen of kind. Die behoeftes er helemaal kunnen laten zijn, hoe vreemd, ongemakkelijk, pijnlijk of nieuw ook, dat is de kern van onvoorwaardelijk ouderschap!
Kun jij je behoeftes herkennen, of herken jij vooral de patronen van jezelf of je kind? Lukt het om patronen te doorbreken door rustig te voelen wat er nu onder de oppervlakte gebeurt?