“Wat aardig van je” zei de man toen we onze hond achter het hek zetten omdat zijn kind bang is voor honden.
Mijn hele lijf schreeuwde dat dat helemaal niet aardig is maar verschrikkelijk onaardig. Onaardig om dat kind de rest van zijn jeugd te blijven kwellen met één nare ervaring met een hond (aldus zijn vader). Het is intens onaardig om het kind bij elke hond die die tegenkomt te bevestigen in zijn angst, door het kind op te tillen en alle lieve honden te elimineren uit het leven. Elke hond is een kans en elke kans wordt verkeken.
Het lijkt zo lief om je kind te behoeden nadat het je één keer niet gelukt is om te behoeden. Het lijkt zo aandachtig en betrokken, het is in werkelijkheid het tegenovergestelde. Het is de quick fix, de zonder-voelen-oplossing van een probleem dat niet de werkelijkheid is. Honden zijn niet eng, je kunt er alleen wel bang voor zijn. En door als ouder te blijven aanmoedigen dat alle honden eng zijn, blijft je kind er bang voor.
Ik vroeg me enig moment af hoe lang de vader zijn zoon nog gaat optillen, tot hij zes is, tien of 16? Wanneer besluit de vader dat zijn zoon niet meer tilbaar is en wat is dan de oplossing om de angst in stand te houden? Zou hij zijn zoon ooit leren juist door zijn knieën te gaan en met aandacht bij een hond te zijn, zodat hij zelf kan bepalen hoe de hond voelt, niet hoe hij bedacht heeft dat ze coelen?
Aardig als ik ben, met pijn in mijn buik, verdween onze hond achter het hek, geëlimineerd door iets dat niets met de werkelijkheid te maken heeft.
Bewustzijn
Lees hier alle blogposts
over bewustzijn & intuitïe
Natuurlijk leren
Lees hier alle blogposts
over natuurlijk leren &
onvoorwaardelijk ouderschap
Een nieuwe wereld
Lees hier alle blogposts
over een nieuwe wereld
Over geld & geven
Lees hier alle blogposts
over geld & geven