Wij hebben intense weken achter de rug hier op de camperplaats. Lang op dezelfde plek staan met dezelfde mensen legt overduidelijk patronen bloot. Patronen die destructief zijn voor iedereen die er in meegaat.
Dus kiezen wij er altijd voor om niet mee te gaan in die patronen. Om de destructie bij diegene zelf te laten en hen te laten doen wat ze altijd doen met de mensen om hen heen.
Dat hebben we al zo vaak meegemaakt en het leidt tot heel veel frustratie bij de ander. Die wordt door ons niet bevestigd in zijn slachtofferrol, die krijg geen medelijden en zachte heelmeesters. Die krijgt van ons helemaal niets meer, want alles dat wij te geven hebben is vanuit creatie, vanuit liefde, vanuit grootsheid, en daar zit die ander niet op te wachten.
Dus kwam er vanuit een andere camperaar een uitval van boosheid richting mij, waar Doris bij was. En ik deed wat ik hoop dat mijn kinderen ook zullen doen als ze aangevallen worden en in een onveilige situatie zijn. Ik liep weg, en liet die ander in zijn sop gaarkoken.
Dat was het minst destructieve dat ik kon geven in de situatie, het meest veilige voor mijzelf en Doris en het beste voorbeeld dat ik kon geven. Door de ander niet te voeden in zijn ego en door de machtsstrijd niet aan te gaan voelde ik dat ik kon blijven staan voor wat ik wist dat waar was. Ik vluchten niet, ik vocht niet, ik bevroor niet. Ik liep rustig weg en liet de ander met al zijn woede achter.