Waar voor veel mensen geld het allerbelangrijkste is in hun leven, omdat ze te weinig hebben of teveel, omdat ze willen kopen en dat niet kunnen of omdat ze vinden dat geld zekerheid geeft en een gevoel van controle, werkt dat bij ons anders.
Wij zijn nooit meer met geld bezig. Als we het hebben dan stroomt het, dan leven wij daarvan en geven het weg aan anderen. En als het er niet is, dan leven we er niet van en geven het niet weg aan anderen. Het leven draait bij ons niet om geld, geld doet er niet toe en of het er nu wel of niet is, dat maakt niet uit qua geluksgevoel.
In het kapitalisme is geld direct gekoppeld aan (eigen)waarde. Iemand die geen of weinig geld heeft is minder waard dan iemand die veel geld heeft. Een dakloze vrouw, een bijstandsmoeder zijn letterlijk minder waard dan de directeur van een bedrijf of een politicus. Daar wordt enkel en alleen waarde toegekend aan wat zij hebben en een beetje aan wat ze doen, maar op geen enkele manier aan wie zij zijn.
Wij geloven en leven in een systeem waarbij waarde wordt ‘bepaald’ door wie je bent. Door wat je geeft en uitstraalt, door wat je betekent en hoe je met jezelf en andere omgaat. Die waarde wordt niet uitgedrukt in geld, hij wordt uitgedrukt in verbinding en in vertrouwen. Als jij weet wie je bent, en je leeft daarnaar, dan voel je verbinding met alles om je heen. Zo werkt dat in de natuur. En als je jezelf vertrouwt en je geeft van daaruit vrij, dan ontvang je dat ook, want er is verbinding.
Dat leven, vanuit een volledig gevoel van eigenwaarde, dat is meer waard dan wat dan ook. Die eigenwaarde kan alleen bestaan in een wereld waar overvloed is, of andersom, alleen in een wereld waar iedereen goed genoeg is omdat hij er is, kan werkelijke rijkdom zijn.