Van de week schreef ik over angst. Over hoe dat eigenlijk geen link heeft met de werkelijkheid maar zich alleen in hoofden afspeelt. Angst zijn gedachten.

Wij reageren dus ook eigenlijk nooit inhoudelijk op angst. Omdat angst zich niet laat verslaan door logica. Als onze kinderen bang zijn voor monsters heeft het echt geen enkel nut om te zeggen dat er geen monsters zijn, want dat weten zij wel ook wel. Door te blijven beredeneren voed je de angst, wat je ook zegt.

Angsten zijn een signaal dat het niet goed met je gaat. Angsten zijn ongezond, onnatuurlijk ook. Als je volledig vrij bent als mens, je helemaal verbonden voelt met alles om je heen dan is angst enkel nog daar als er werkelijk levensgevaar dreigt. En zelfs dat zou ik geen angst noemen maar gezonde intuïtie om te leven, een kortstondige stressreactie uit levenslust.

Een voorbeeld uit onze dagelijkse praktijk is als mensen bang zijn voor Lobi. En dan wachten tot wij daar iets aan gaan doen. Lobi bij ze weg houden, of Lobi naar binnen doen. Dat hebben we eerder wel gedaan maar zijn er mee opgehouden. Lobi is geen enge hond. Punt. Er is niets om bang voor te zijn, Lobi zal je nooit kwaad doen, Lobi is geen gevaar. Door te handelen naar die angst van de ander bevestigen wij juist dat Lobi wel eng is, anders zouden we haar niet binnen doen! Want zo ‘denkt’ de angst.

Dus laten we Lobi waar zij is en als de ander behoefte heeft om aan de slag te gaan met zijn angst, dan zijn wij altijd bereid om daarin te begeleiden. Want Lobi is enthousiast, kan springen en blaffen…omdat ze dolgraag aandacht krijgt, niet omdat ze je op wil eten. Dus als de ander de angst aan wil kijken en Lobi wil ontmoeten, dan nemen we daar alle tijd voor. En als diegene zijn angst verkiest boven verbinding dan kan die niet bij ons in de buurt komen, want wij hebben een angst-waakhond.