‘Wat een rijk man’ dacht ik toen ik Robbert voor het eerst ontmoette. Hij leefde zonder geld en gaf onvoorwaardelijk het beste van zichzelf.

In de negen jaren die volgde, tot het punt waar we nu zijn is ons vaak de vraag gesteld: “Bestaat onvoorwaardelijk geven eigenlijk wel?”.

Onvoorwaardelijk geven bestaat. Het is het tegenovergestelde van ruilen, van transacties en van de voor-wat-hoort-wat mentaliteit. Als je onvoorwaardelijk geeft, geef je zonder voorwaarden en belangrijker vaak nog, zonder de verwachting om iets terug te krijgen. Je geeft dus niet omdat je graag iets (terug) krijgt, maar omdat je vanuit jezelf voelt dat je graag datgene wilt geven dat je geeft.

Dat kan in de praktijk heel simpel zijn. Je hebt een mooi boek gelezen en gunt dat prachtige verhaal ook aan iemand anders. Dus geef je je lievelingsboek weg. Je gaat niet op zoek naar iemand die het kan gebruiken, of iemand die het nodig heeft. Je voelt in wie het verhaal, het boek kan ontvangen. Omdat diegene net ook met dat onderwerp bezig is, of omdat jullie laatst een mooi gesprek hadden over de schrijver. Je geeft, vanuit een gevoel van overvloed je boek weg. En dan laat je het los. Het boek is nu niet meer van jou. Je gaat niet zitten wachten op een bedankje of recensie. Je geeft en als de ander het ontvangt, ontvang jij daarmee de mogelijkheid om te geven.

Je kunt het principe van onvoorwaardelijk geven doortrekken naar alle andere belangrijke zaken in het leven. Wat als iedereen onvoorwaardelijk zou gaan geven. Niet alleen lievelingsboeken maar ook tijd, aandacht, een luisterend oor, creativiteit, slimme oplossingen, handige handen en ruimte, dan zou iedereen dus ook lievelingsboeken en tijd, ruimte, luisterende oren en creatie ontvangen. Zonder tussenkomst van weegschaal waarop eerst afgewogen moet worden hoeveel een zakje slimme oplossingen waard is ten opzichte van een kilo luisterende oren.

Door voor onvoorwaardelijkheid te kiezen, haal je die voor-wat-hoort-wat–transactie-weegschaal weg. Je zet er niets anders voor in de plaats, dus blijven jij en de ander over. Misschien beide met een gift, misschien één met een gift en de ander met (op dat moment) lege handen. En dan….dan geeft de een de gift aan de ander. De een geeft een luisterend oor, of een slimme oplossing, een briljant idee of een zak wortels uit eigen moestuin. En de ander, die ontvangt. Door te vertellen, of door iets op te schrijven om het te onthouden, of door te lachen en knikken, of door een hand op een schouder als ontvangstbewijs. ‘Dank je wel, ik ontvang!’ 

En dat is dat. De gift is gegeven én ontvangen. Een gevoel van dankbaarheid bij zowel de gever (‘Ik kon iets waardevols geven”) als bij de ontvanger (“Ik heb iets waardevols gekregen”). 

Bij de meeste mensen waar dit plaats vindt komen direct gedachten op: ‘Wat kan ik terug doen? Heb ik duidelijk “dank je wel” gezegd? Wat wil diegene van me?’. En daarmee gaat de onvoorwaardelijkheid verloren. Direct en altijd. Iets terug geven of doen omdat je vind dat, dat moet is de doodsteek voor het onvoorwaardelijkheidsprincipe.

Daarom overleeft onvoorwaardelijk geven moeilijk tot niet in de voor-wat-hoort-wat-maatschappij. En daarom zijn er steeds weer opnieuw mensen die twijfelen aan of het principe überhaupt wel bestaat. Omdat alle transacties twee-richtingsverkeer zijn geworden. Jij geeft en ik geef terug. Vanuit het gedachtengoed van onvoorwaardelijk geven zou ik dat uitleggen als: jij geeft en nog voordat die ander het volledig ontvangen heeft heeft die al iets terug gegegen. Nog voordat een gevoel van dankbaarheid kan indalen is er al een terug-gevende beweging gemaakt. Via de weegschaal dan wel, want het moet allemaal wel afgewogen zijn.

Toen ik Robbert negen jaar geleden tegenkwam had hij veel van zijn bezitting weggegeven, waaronder die alles bepalende weegschaal. Hij gaf wat hij te geven had. Hij verwachtte niets terug maar ontving vanalles. Hij nam niets maar kreeg alles wat nodig was om te leven. Vanuit dat principe hebben wij nu ons leven ingericht. Zonder weegschaal, in het vertrouwen dat we altijd kunnen en zullen geven en dat we altijd mogen ontvangen. Dat is de natuurlijke balans die ontstaat vanuit onvoorwaardelijkheid.