Ik kan het me nog zo goed herinneren, de eerste keer dat ik voelde dat ik Robbert werkelijk kon vertrouwen. Het was vier dagen na onze eerste ontmoeting.
We hadden afgesproken dat hij een paar dagen naar mij toe zou komen in Nijmegen. Omdat hij zonder geld leefde zou ik hem met de auto ophalen in Utrecht waar hij een workshop had gegeven. Maandagavond zou ik hem ophalen, zondag sloeg de twijfel toe.
Ik twijfelde ineens aan mijn intuïtie, aan mijn gevoel. Ik kroop in mijn hoofd en daar waren allerlei angstgedachten. Wat nou als het niet leuk zou zijn samen? Wat als hij mijn huis niet meer uit wilde? Wat als het in de auto al niet fijn zou zijn? Wat als hij me iets zou aandoen? Je kent hem niet eens.
Bizarre gedachten, totaal losgeslagen van de werkelijkheid. Gebaseerd op angsten die in de samenleving heel normaal zijn, maar op geen enkele manier voortkwamen uit wie ik ben en wat ik voelde.
Ik appte Robbert, eerst wat aftastend. Hij bleef heel ontspannen reageren. Dat ik vooral moest doen wat goed voelde. Ik voelde geen enkele druk, geen stress. Hij stelde voor om met de trein te komen. En hij stelde voor om ergens anders af te spreken. Hij vond het allemaal prima. Echt helemaal oké, wat ik ook zou kiezen. Dat was ook letterlijk wat hij zij aan het einde van het gesprek, dat ik zelf moest kiezen en dat alles goed was.
Dat was het moment dat ik voelde dat ik hem volledig kon vertrouwen. Hij voedde de angsten niet én deed niets om ze weg te halen. Hij liet ze gewoon bij mij en liet me voelen wat er te voelen was. Omdat hij zo zuiver bleef kon ik de angsten laten voor wat ze waren, angsten. En kom ik weer terug naar mijn gevoel. Ja, ik wilde hem graag zien, ja het voelde superfijn. Ja ik wilde graag hem in mijn huis, ja ik wilde hem beter leren kennen. Want een man die alle ruimte geeft en niets hoeft op te lossen of weg te nemen, daar wilde ik heel graag meer van weten!