Als je je kinderen nooit straft, wat geef je ze dan mee? En hoe ga je met momenten om dat ze dingen doen die niet fijn zijn hoor zichzelf of een ander?

Wij straffen onze kinderen nooit, wij gebruiken het woord ‘stout’ nooit. Wij geven onze kinderen mee dat mensen die geen fijne dingen zeggen of doen zelf niet blij zijn. En dat je dat niet kunt oplossen voor die ander, dus dat je hem dan maar even moet laten.

Het is niet zo dat wij niet straffen vanuit een soort principe, het ontstaat gewoon nooit. Straffen is altijd de verbinding verbreken door boven iemand te gaan staan. En dat lukt ons niet. Het is soms wel zo dat Doris zelf uit verbinding gaat, en dat is oké.

Als Doris uit verbinding gaat terwijl ik bijvoorbeeld net had belooft om een ijsje te gaan eten dan gaat dat niet door. En dan leg ik Doris uit dat dit komt omdat een ijsje eten voor mij een gezellig uitje is, en dat dat niet lukt als het niet gezellig is. En dat we een andere keer als het weer fijn is, we een ijsje gaan halen. Dat is dus geen straf, maar vanuit de wet van oorzaak en gevolg. Er gebeurt iets en daar zit een gevolg aan. Niet vanuit straf of uitsluiten maar omdat het niet ontstaat in het moment, omdat de factoren om iets te doen niet aanwezig zijn.

Doris begrijpt dat goed, ook omdat we dit al vanaf haar geboorte zo doen. Zij weet tegenwoordig heel goed wanneer zij zit te ‘klooien’ zoals we dat noemen. En dat benoemt ze dan soms ook expliciet. En dat lucht op en is heel verbindend. Daarvoor hoef ik niet boven haar te gaan staan en haar zich klein en nietig te laten voelen. Ik hoef enkel te benoemen wat er gebeurt en haar zich te laten uiten. En dan wordt ze altijd weer Doris, soms in een zucht, soms na een poosje huilen. Ze kan altijd bij ons terecht, niet alleen wanneer wij dat bepalen.