De meeste mensen leven voor zichzelf. Het hoogst haalbare in het kapitalisme een altruïstische daad, waar je dan zelf een heel goed gevoel aan overhoudt.
Het draait om jezelf, als jij een boom plant wil je zelf van die boom kunnen genieten.
Als je onvoorwaardelijk geeft, dan ontstaat dat geven vanzelf omdat je je verbonden voelt met dat wat om je heen is. Dat zijn dus mensen, dieren, de aarde, de wereld, natuur, de maan en het universum. Je geeft omdat je bij wilt dragen aan het mooier maken van die wereld.
Onvoorwaardelijk geven heeft dus niets met een goed gevoel te maken, het is andersom, je moet je eerst goed en waardevol voelen voor je onvoorwaardelijk kunt geven. Als je je waardevol voelt dan is dat wat je geeft altijd onvoorwaardelijk.
De gift kan vanalles zijn want het komt voort uit willen bijdragen. En het kan altijd alleen ontstaan vanuit verbinding. Het kan alleen ontstaan als die ander kan ontvangen. Als die ander het niet kan ontvangen, kan het geen gift zijn. Dus als die ander iets terug moet doen voor zijn gevoel is het niet vanuit verbinding.
In ons borrelt altijd dat gevoel van de potentie van onvoorwaardelijk geven. Vaak wordt die potentie niet concreet omdat de ander kant niet vertrouwd op onvoorwaardelijkheid. En soms komt die waarde wel tot uiting, in een geld gift, in het maken van nieuwe lusjes aan handdoeken, in het bakken van cakes voor ons favoriete café of in het planten van bomen op een prachtige plek omdat de aarde daar beter van wordt, niet om persé zelf de vruchten te plukken.
Doe jij wel eens iets onvoorwaardelijk waardevols voor de wereld?