Dit is een herplaatste blog van juli 2020

Van die mensen waarbij hun verdienmodel gebaseerd is op dat je je hele leven in een proces zit. Ze coachen anderen naar een oneindig eindpunt. Een eindpunt dat niet bestaat, waardoor ze altijd aan mensen kunnen blijven verdienen.

En waardoor ze zelf niet kwetsbaar hoeven zijn, want zij zijn de coach en zij weten hoe het werkt. Dat je er nooit echt kunt zijn. Dat je altijd moet blijven ontwikkelen en jezelf nooit helemaal goed genoeg vindt. Dat is hun ‘waarheid’ die ze hoog moeten houden anders kunnen ze niets verdienen en moeten ze zelf kwetsbaar worden. Beide is dodelijk voor hun ego.

Wij krijgen regelmatig met dit type mens te maken. Toen wij laatst ergens aankwamen en Robbert met Iza uit de auto stapten was er een man die vroeg of we zoons hadden. En toen dat bevestigd werd zei hij direct dat Iza nog wat jong was voor vader-zoon-coaching. Dat hij sessie gaf voor vader en zoons om weer in verbinding te komen. Met de volle overtuiging dat iedere vader-zoonrelatie dat nodig heeft. Dat je nooit echt verbonden bent met elkaar. Ook niet als je zijn training hebt gevolgd, want dan is er weer een nieuwe training die je nodig hebt om je echt te verbinden. En daarna nog één en nog één. Een vicieuze cirkel van ‘nooit genoeg’ verpakt in een jasje van ‘verbinding, overvloed en holisme’.

Zo’n onvervullende en destructieve levenshouding, die uitgaat van oneindige ‘groei’. Er is nul verbinding met de echte wereld, er is nul verbinding met andere mensen en er is geen enkele verbinding met henzelf. Ze zijn losgeslagen van de werkelijkheid, van wat er werkelijk in de wereld gebeurt, vooral van de pijn die dat met zich meebreng. Ze zweven er overheen, doen alsof het hen niet raakt, alsof het oké is dat mensen elkaar kapot maken en de natuur om zeep helpen. “Het mag er allemaal zijn”. “Ik hoef niet perfect te zijn” of “Ik omarm het in liefde”.

Het raakt mij omdat ze de wereld lelijker maken met hun ‘mooie’ woorden, met hun vieze, zachte, stinkende hoopje poep waar mensen intrappen.