“Bloed, pijn”, zei Iza toen ik gevallen was op mijn knie. Ja klopt, er kwam bloed uit en het deed pijn. Zowel Iza als Doris stonden er met hun neus bovenop om te zien hoe de wond eruit zag.

Voor mij is dat heel normaal, dat onze kinderen niet bang zijn voor bloed, of ons lijf en waar dat toe in staat is.

Ik vertelde aan de kinderen waarom het zo goed is dat de wond bloedden. Dat dat bloed van binnenuit naar buiten stroomt en zo de wond schoonmaakt. Hoe magisch het is hoe de natuur dat gemaakt heeft, dat het ons lichaam zoveel zelf kan helen als we ons er niet te snel mee bemoeien.

Voor ons is de natuur en hoe dat werkt heel vanzelfsprekend om op te vertrouwen en tegelijkertijd realiseren wij ons hoe magisch het is. Dat is de boodschap die we aan onze kinderen meegeven. Dat je mag vertrouwen op de magie van de natuur. Op de volmaaktheid van je lichaam. En dat bloed en pijn onderdeel zijn van die magie, dat die ook een plek hebben in het systeem. Dat je ook daarop kunt vertrouwen. En dat als je het er kunt laten zijn, zonder paniek, zonder angst, dat je intuïtie je precies verteld wat er nodig is.

“Pijn, aaien.” Soms is dat alles wat er nodig is. Een aai, een zucht, een douche en de rest regelt mijn lijf wel zonder dat ik me ermee bemoei.