Vorige week stond ik op een klein stationnetje, nadat de intercity van Den Bosch naar Nijmegen stil was gevallen. Eerder al was de intercity op station Oss gereset (hoe doe je dat, een locomotief reseten?). Tot station Ravenstein hield hij het uit en toen gaf hij er definitief de brui aan. Misschien vanwege het heerlijke weer, want aan bladeren op het spoor of bevroren wissels kan het niet hebben gelegen. Gelukkig prima weer om de kapotte trein te verlaten en in de zon te wachten op de volgende trein.

In de wachtende stoptrein die zoveel mogelijk mensen meenam vanuit de gestrande trein, paste ik samen met mijn reisgezel niet meer. Dus wachtten we op perron 1 op de eerstvolgende trein die stopt om mij en nog zo’n twintig andere reizigers op te pikken.

Analyse van de situatie
Het meisje dat naast ons staat op het perron analyseert hardop de situatie. Eerst zou de stoptrein vanuit Nijmegen langskomen. En daarna zal de volgende intercity vanuit Den Bosch wel stoppen om ons even in te laden. Op die manier zouden we zonder al te veel vertraging in Nijmegen aan kunnen komen. Ja, dat klinkt behoorlijk logisch. Want ondertussen wordt er ook omgeroepen dat het treinverkeer vertraagd is, dus bij de NS weten ze van de situatie. En waarschijnlijk ook van die paar passagiers die er voor gekozen hebben om gewoon met hun benen binnenboord vervoerd te worden.

Hoopvol kijk ik over het spoor…daar komt inderdaad de intercity vanuit Den Bosch en hij remt af. De spoorbomen zijn van slag door de kapotte trein die nog steeds op het andere spoor staat. Hoopvol doen de meeste mensen op het perron een stap naar voren. Te voorbarig, blijkt al snel, de intercity rijdt heel traag, passeert de spoorbomen en verdwijnt uit zicht…

Uhmm, oké. Direct komen levensvragen in het hoofd van mijn reisgezel op: “Waarvoor is een trein bedoeld? Wat is de essentie van een trein?”. Wij denken dat, dat is om mensen van A naar B te vervoeren. Intercity-wise zijn A en B grote steden. En wij weten ook dat Ravenstein nou niet direct een wereldstad is.

Volgens het boekje
Maar als we terug gaan naar de essentie van een personentrein; personen vervoeren. Hoe komt het dan dat deze trein niet stopt op dit station maar er heel langzaam aan voorbij rijdt? Komt dat omdat in het systeem staat dat hij een intercity is en geen stoptrein. En dat het systeem hem dus niet herkent als trein, maar als intercity? Als je het zo bekijkt is het logisch dat de trein niet stopt om even zijn deuren te openen en na een halve minuut weer door te rijden. Ook niet als hij daarmee 20 blije mensen een dienst verleent. De dienst die bij een trein hoort, maar niet bij een intercity als die mensen op een klein stationnetje staan.

Waar is de machinist in dit verhaal (figuurlijk gezien ;))? Die bestuurt het kolos, die weet dat er oponthoud is, hij weet dat hij op een slakkengang langs station Ravenstein moet én hij ziet mensen staan waarvan hij weet dat ze naar Nijmegen moeten.

Wat zou er gebeurd zijn als de machinist zich had laten leiden door de essentie van zijn beroep in plaats van door het systeem?