Afgelopen weken is deze vraag ons weer vaak gesteld. Als sinds het begin van geefeconomie, nu 9 jaar geleden, is dit een vraag die geregeld voorbij komt. In vier blogs geef ik antwoord op de meest gestelde vraag aan geefeconomie; ‘wat geven jullie?’. Dit is antwoord 2.

Dit is het meest prikkelende antwoord wellicht, want het houdt ook een spiegel voor aan de mensen die de vraag stellen.

Omdat wij in een geefeconomie leven is elke handeling, elke keuze, elke actie een gift. Wij doen niet aan ruilen, voor-wat-hoort-wat, verplichte transacties of voorwaarden. Alles wat wij doen is onvoorwaardelijk, dus alles wat wij doen is een bewuste gift.

In het huidige overheersende systeem staat tussen elke relatie een weegschaal. Op de weegschaal leg jij datgene wat je wilt geven. Dan legt die ander aan de andere kant datgene wat diegene terug wil geven. Dan kijk je beide of de weegschaal in balans is. En dat is hij eigenlijk nooit, omdat diegene met de minste afhankelijk bepaalt of die ander genoeg geeft. Diegene die zich afhankelijk voelt van de ander, krijgt de kleinste portie. Zo worden transacties gesloten en giften vermaakt tot (ongelijkwaardig) ruilmiddel.

De vraag ‘wat geven jullie?’ zou dus logischer zijn om aan jezelf te stellen (als je niet in geefeconomie leeft). Geef jij wel eens onvoorwaardelijk? Dus niet werken voor geld, of boodschappen doen voor je moeder om het hoort, of luisteren naar je vriendin omdat ze anders weggaat, of vrijwilligerswerk doen omdat je tijd overhebt. Nee, een echt vrije gift, die helemaal puur vanuit jezelf komt. Die je zonder weegschaal geeft, zonder het gevoel van verwachting of afwachting wat die ander terug gaat doen. Puur omdat jij voelt dat het klopt om datgene te geven, omdat je hebt afgestemd op jezelf en de ander. Dat als jij de gift geeft je voelt dat je tegelijkertijd onvangt omdat jouw gift ontvangen wordt. Dat de overvloed van geven en ontvangen volledig voelbaar wordt aan de oppervlakte. Heb jij wel eens zo’n gift gedaan?

Dus “wat geef jij onvoorwaardelijk aan de wereld?”, of om het iets behapbaarder te maken: “heb jij wel eens ooit in je leven onvoorwaardelijk gegeven?”.