“Wij zijn niet religieus maar wel gelovig”, zeg ik wel eens. Geen enkele religie spreekt ons aan, elke religie heeft een piramidestructuur waardoor je nooit goed genoeg bent zoals je bent.

Die piramidestructuur zorgt ervoor dat mensen naar boven blijven kijken, naar daar waar de religie zegt naar te moeten verlangen. Terwijl als ze naar binnen kijken, ze daar hun verlangens én de overgave vinden. 

Door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn grote schuld….
De zonde, het tekort, de schuld, de duivel, de zwaarte, het perfectionisme, de dogma’s, de regels, de ene religie predikt nog zwarter en donkerder dan de ander. Maar ook de religies of levensbeschouwingen die licht prediken pakken de boodschap zo in de je er als sterveling onmogelijk kan komen. Je komt er het dichtstebij door te volgen wat er gezegd wordt, door de paus, de dominee, de profeet of de goeroe.

Juist in de schuld, in die schaamte en in die kleinheid zit de lijm die mensen aan de religie verbonden houden. Het tekort van de menselijke natuur (dat in wezen niet bestaat) wordt ingezet om mensen klein te houden en onderdanig. Ze zullen er nooit komen, hoe hard ze ook hun best doen, ze zullen het nooit vinden, als blijven ze hun hele leven zoeken. Geloven wordt nooit helder weten. Mensen blijven klein zolang ze in die piramide blijven geloven. Met aan de top God, de God van ongelijkwaardigheid. Een wrekende, boze en straffende God, die bepaalt dat sommige mensen het beter doen dan anderen. Een God die voorwaardelijk lief heeft. Een God die de mens voorwaardelijk zou hebben geschapen, nooit genoeg.

Liefhebbende God
Wij geloven in het tegenovergestelde, wij weten dat God een liefhebbende God is, een god die er zelfs niet om geeft hoe je het noemt. Universum, de stroom, Moeder Natuur, Oranje, Liefde, alles is goed. Onze God weet namelijk dat het niet om de vorm gaat, en dat hoe je iets noemt niets uitmaakt voor wat het is essentie is. En dat de essentie nooit gevonden kan worden door woorden. 

Een boek waarin dit uitgebreid en helder wordt uitgelegd en besproken is “Gesprekken met God” opgetekend door Neale Donald Walsch. De auteur beschrijft de gesprekken die hij heeft met God, een liefhebbende, helder ziende, krachtige god, voor ons de enige die werkelijk waar kan zijn. 

Straffende God
Mensen die sterk religieus zijn en zich dus klein voelen in de piramide kunnen de liefhebbende God zoals in het boek beschreven moeilijk ontvangen. Onvoorwaardelijke liefde bestaat in de meeste religies niet, er zijn juist allerlei voorwaarden verbonden aan of je het lief hebben waard bent. Je mag vanalles niet, en als je het toch doet dan ben je schuldig. Je moet vanallerlei dingen, en als je ze niet doet doet ben je niet waardig. God straft je als je niet doet wat hij heeft voorgeschreven. En om het nog ingewikkelder te maken hebben al die verschillende religies verschillende regels en preken ze allemaal de waarheid in pacht te hebben, zij kennen de werkelijke God!

De duivel bestaat niet
In het Christendom wordt je verteld dat een duivel bestaat, omdat zonder donker het licht daadwerkelijk te bereiken zou zijn. En als mensen het licht bereiken, ervaren in zichzelf en daarnaar gaan handelen voelen ze zich groots en liefdevol, dan blijft de piramide niet in stand. De piramide kan alleen bestaan bij de gratie van ongelijkwaardigheid, kleinheid en tekort. Dat zijn waarden die in het donker floreren, daarin groeien schuld, schaamte en afgeslotenheid uitermate goed. En die mix van waarden en onzekerheden maken dat piramide nooit een cirkel van verbinding en vertrouwen wordt, daar voelen mensen zich te klein voor. Daar schamen ze zich teveel voor, daar zijn ze te schuldig voor, daar doen ze het gewoon weg nooit goed genoeg voor. Om er te mogen zijn in de hand van strenge God.

Terwijl de duivel natuurlijk niet bestaat. De duivel is bedacht door de mens, omdat zonder die duivel geen ongelijkwaardigheid zou bestaan, er zijn geen donker zijn, niemand zou bang zijn voor wat er gebeurt als men niet aan de voorwaarden voldoet. Men zijn vrij zijn om te leven, om fouten te maken, om te experimenteren en vooral om ze te leren voelen wat klopt, in plaats van dat hen te laten vertellen door anderen. In de piramide van religie zijn er altijd mensen die dichterbij God staan en dus verder van de duivel af. En daar wil jij ook naar toe, naar die positie, verder van de duivel af. Maar dan moet je er wel van overtuigd zijn dat de duivel bestaat! Anders is er niets te straffen, is er niets te manipuleren, anders is er niets te verbeteren. Dan zou je goed zijn zoals God je gemaakt heeft…en dan zou de kleinheid verdwijnen en daarmee de piramide.

Jij bent de bron
De liefhebbende God, laat ik hem voor het gemak even de echte God noemen, vertelt in ‘Gesprekken met God’ dat werkelijk geluk en vervulling te vinden is in je gevoel. Daarvoor moet je dus naar ‘binnen keren’ (in plaats van buiten jezelf blijven zoeken), je moet gaan voelen, je moet gaan vertrouwen op je innerlijk weten en op dat in dat binnenste God te vinden is. Of vollediger nog, dat, dat binnenste God is. Jij bent een evenbeeld van God, dus kan het niet anders dan dat God in jou zit, net als dat jij in God zit. God is de bron en jij bent de bron. In die God, die je dus ook Liefde, je innerlijke natuur of de universele stroom kan noemen daarin is alles en iedereen met elkaar verbonden. Daarin is niemand beter dan een ander, weet niemand meer dan een ander en gelooft niemand beter dan een ander.

De religie en het geloof houden mensen dus af van naar binnen keren, want je weet nooit zeker of je daar God gaat aantreffen of de duivel. Dus kun je er maar beter niet naar toe gaan, want je bent zelf te klein om te beoordelen of het God of de duivel is. Dus blijft je blik naar buiten gekeerd, naar de mensen die het beter weten, naar de mensen die “dichterbij God staan”, die wel het verschil zeggen te kennen tussen God en de duivel. Die weten wat heilig is, hoe de bijbel uitgelegd moet worden en hoe je hoort te leven. 

Licht heeft geen donker nodig
Als je eenmaal ziet hoe de mensen het heeft georganiseerd, die religies, dan kun je niet meer anders zien dan dat, dat zo ongoddelijk en liefdeloos is, dat kan echt alleen maar door mensen bedacht zijn. De echte God heeft daarin geen enkel aandeel, die is namelijk alleen maar liefhebbend, die kan dus nooit een duivel hebben bedacht of gemaakt, want onvoorwaardelijke liefde heeft geen tegenhanger nodig. Licht heeft geen donker nodig om te weten dat het licht is, liefde heeft geen angst nodig om te weten wat zij liefde is, vertrouwen heeft geen geloven nodig om te weten dat zij vertrouwen is, God heeft geen duivel nodig om te weten dat zij God is. 

God is leven, niet overleven. God is liefde, niet hechting. God is onvoorwaardelijk, niet zo hoort het. God is experimenteren, niet de regels volgen. God is overgave, niet vasthouden. God is in je, niet buiten je. God is natuur, het universum, de stroom, oranje of liefde. God is alles, behalve de duivel.

Bewustzijn

Lees hier alle blogposts
over bewustzijn & intuitïe

Natuurlijk leren

Lees hier alle blogposts
over natuurlijk leren &
onvoorwaardelijk ouderschap

Een nieuwe wereld

Lees hier alle blogposts
over een nieuwe wereld

Over geld & geven

Lees hier alle blogposts
over geld & geven